Er zijn signalen dat er een belangrijke eerste stap is gezet in de verplaatsing van de zorg van de tweede naar de eerste lijn. Aldus het rapport: ‘Eerste resultaten substitutiemonitor 2015- Uitkomsten van de ex ante afsprakenmonitor 2015’ van KPMG Plexis. De substitutiemonitor is ontwikkeld in opdracht van ZN mede namens InEen, LHV, KNMP, V&VN, NVZ, NFU, FMS, NPCF en VWS. Het is een instrument om in de gaten te houden of verschuivingen inderdaad plaatsvinden en wel binnen de afgesproken financiële kaders. De eerste stappen zijn te zien uit de vorming van intergrale en regionale inkoopteams bij zorgverzekeraars. In het zorgveld organiseren partijen zich om de verplaatsing van zorg uit de tweede lijn naar de eerste lijn, dicht bij de patiënt, mogelijk te maken. Zorgverzekeraars verwachten in 2015 voor minimaal € 45 miljoen aan substitutieafspraken te maken binnen de huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg. Deze substitutieafspraken worden deels vanuit de 2,5% groei van het eerstelijnskader zelf gefinancierd en deels vanuit besparingen in de medisch specialistische zorg, ggz, diagnostiek en farmacie. Zorgverzekeraars hevelen de besparingen door substitutieafspraken binnen medisch specialistische zorg en ggz niet integraal over naar de huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg. Dit vanuit het idee dat de eerste lijn de gesubstitueerde zorg voor minder geld kan leveren dan de tweede lijn. Zorgverzekeraars verschillen overigens in aanpak in hoeverre ze vooraf budget reserveren voor substitutie.
Zie het rapport: https://zn-assets.zn.nl/p/32768/Eerste%20resultaten%20substitutiemonitor%202015.pdf
Ga terug naar nieuwsoverzicht