Verandering van blikrichting in de GGZ-zorg?

17 juli 2017

Terugblik en vooruitblik na de stelselwijziging

 

Is er een reden om 3,5 jaar na een verandering terug te blikken en daaruit lijnen te trekken naar de nabije toekomst? Nou, 3,5 jaar is natuurlijk geen mooi rond getal. Maar ik doe het toch, omdat ik een kentering zie in de onderwerpen die aan de orde zullen gaan komen. Ik heb het natuurlijk over de invoering van de basis GGZ, de stelselwijziging in de GGZ die per 1 januari 2014 zijn beslag kreeg.

Er waren enorme veranderingen bij POH’s-GGZ
Huisartsenpraktijken en de basis GGZ hebben veel zien veranderen rond 2014.

  • In de aanloop naar januari 2014 liep het aantal huisartsen dat over een POH-GGZ kan beschikken, op van 57% naar 84%.
  • Inmiddels ligt dat percentage op 92% en hoor ik van huisartsen die zich aanmelden voor de aanvraagprocedure dat de andere zorgverleners in de GGZ er steeds meer van uit gaan dat er een POH-GGZ is, die werkzaamheden van de huisarts over kan nemen.
  • Dit POH-GGZ werk wordt uitgevoerd door nu al meer dan 100 POH’s-GGZ. Hun aantal blijft groeien. Steeds vaker hebben ze een rechtstreeks (arbeids-)contract met de huisartsenpraktijk.

Patiëntpopulatie
De patiëntpopulatie verandert daarbij ook: steeds meer patiënten met chronische, maar stabiele, GGZ-problematiek worden terugverwezen naar de huisartsenpraktijk voor begeleiding. Jammer genoeg nog niet altijd met een ‘warme’ overdracht.

Consultatie
Het is mogelijk geworden om consultatie in te roepen. De meningen daarover zijn nog verdeeld. Is het goed voor patiënten en voor kennisvermeerdering van de huisartsenpraktijk of is het toch opnieuw een taakverzwaring? Gezien het aantal mensen dat onze werksessies, die we samen met de kaderhuisarts GGZ organiseren, heeft bezocht en de groeiende lijst met consulenten, denk ik toch dat dit voortgang zal vinden.

Psychologen
Ook psychologen hebben de mogelijkheid gekregen om consultatie in te roepen.
Psychologen zijn door de stelselwijziging een heel andere cliëntengroep gaan zien. In de basis GGZ moet een stoornis aanwezig zijn voordat er vergoeding komt, waardoor de zwaarte van de problematiek enorm gestegen is. Zij hebben veel werk overgenomen uit de gespecialiseerde GGZ. Wat ik zo hoor om me heen, vindt iedereen dat hun werk veel interessanter is geworden!

E-health en ICT
Er zijn tegenwoordig veel e-health hulpmiddelen. Denk bijvoorbeeld aan digitale vragenlijsten in de basis GGZ, e-health begeleidings- en behandelmodules in huisartsen- en psychologenpraktijk, apps met ontspanningsoefeningen of reminders voor geneesmiddeleninname. In de enquêtes die ROS Friesland in 2015 gehouden heeft, kwam die volle breedte naar voren.
Wel heb ik het gevoel dat er nog veel handelingsverlegenheid is. Bij welke patiënten past het wel en bij welke niet?
Gelukkig is het zo dat inzet van e-health modules de laatste jaren vergemakkelijkt wordt, doordat ze integraal opgenomen worden in patiëntregistratiesystemen van huisartsen en basis GGZ.

Ik heb veel bewondering en respect voor al die huisartsen, psychologen en POH’s-GGZ die na 2014 een flinke taakverzwaring hebben geabsorbeerd en daarmee hun patiënten steeds meer zorg ‘om de hoek’ bieden.

Vooruitblik: naar de wijk
Bovenstaande ontwikkelingen zijn nog niet klaar, dat leest u wel. Maar ik zie ook een nieuwe richting verschijnen. Die sluit aan bij algemene ontwikkelingen in de gezondheidszorg, namelijk naar meer integrale gebiedsgerichte zorg (dorp, wijk, stad).
Op een aantal plekken in Friesland zie ik gestructureerde afstemming tussen de huisartsenpraktijk, basis GGZ en soms ook gespecialiseerde GGZ tot stand komen, bedoeld om een lokale populatie van integrale GGZ-zorg te voorzien. Consultatie maakt daar ook onderdeel van uit.
Ik verwacht dat samenwerking met het sociale domein (gebiedsteams, werksoorten als maatschappelijk werk) tot stand zal komen c.q. terug zal komen. De toename van het aantal chronische patiënten in huisartsenpraktijk en basis GGZ zal daartoe mede aanleiding geven.
Door de decentralisaties bij de gemeenten is er een ernstige hobbel geweest, maar het aantal gemeenten met stabiele wijkteams die ruimte krijgen om naar buiten te kijken, neemt toe.

Ondersteunende bewegingen
Helpend daarbij is de toename van door De Friesland Zorgverzekeraar vergoed praktijkmanagement voor lokaal samenwerkende huisartsenpraktijken. Deze praktijkmanagers kunnen een belangrijke rol spelen en veel werk uit handen nemen van huisartsen. Huisartsen die overigens ook vanuit de ouderenzorg steeds meer integraal in eigen wijk of buurt gaan werken.
Ook belangrijk is de ontwikkeling van verbindende ICT-programma’s waardoor samenwerkende partners op een beveiligde manier digitaal kunnen communiceren. Hoewel dit altijd te langzaam gaat, ben ik daar wel positief over.
Tot slot komen er steeds meer data beschikbaar en vormt het gedachtengoed van populatiegerichte zorg een stevige basis voor de hier geschetste ontwikkelingen.

Rol ROS Friesland
ROS Friesland ontwikkelt mee en krijgt daarmee concrete tools in handen die we graag verspreiden naar andere locaties. Wilt u meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact met mij op.

Ga terug naar nieuwsoverzicht