Symposium ‘Samenwerking in Geboortezorg’ Stand van zaken 2, Samenwerken in al haar facetten

1 december 2014

Het tweede (in een reeks van vier) Symposium van het Consortium Zwangerschap en Geboorte Noord Nederland (ZeGNN) bood diverse workshops aan over samenwerking in al haar facetten. Fleurisca Korteweg, dagvoorzitter / gynaecoloog in het Martiniziekenhuis opende het Symposium op 7 november j.l. met een welkom aan de meer dan 100 aanwezigen die betrokken zijn bij geboortezorg in Noord Nederland. Het Symposium is georganiseerd door Progez in samenwerking met het Consortium ZeGNN , ELANN, ROS Friesland en de AVAG. Het gemeenschappelijk streven werd benoemd: goede geboortezorg, waarin de zwangere centraal staat en zij optimale zorg krijgt in alle fasen van zwangerschap en geboorte.

Centrale presentaties

  1. Sjoerd Terpstra, bestuurlid van het College Perinatale Zorg (CPZ) presenteerde het CPZ als een samenhangend landelijk netwerk rond gezondheidsbevordering,

preventie en geboortezorg. Het CPZ ondersteunt de ontwikkelingen in het veld richting integrale geboortezorg. Centraal begrip in integrale geboortezorg is de functionele omschrijving van het totale zorgproces. De zorgstandaard die het CPZ daartoe opstelt heeft als doel te dienen als kwaliteitskader dat normen stelt voor de zorg, de implementatie ervan zal lokaal/regionaal plaatsvinden. De zorgstandaard wordt in december door CPZ toegelicht op het landelijk congres. Voor de integrale bekostiging van geboortezorg worden een aantal opeenvolgende financieringsinstrumenten ingezet (Module Integrale geboortezorg voor de voorbereidingen; Module Innovatie voor experimenten en uiteindelijk een Beleidsregel Integrale geboortezorg in 2020). Het startpunt bij de financiering is de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het aanbod en de organisatie van geboortezorg. In het bouwen aan integrale geboortezorg noemt Sjoerd Terpstra : vertrouwen, geld en macht als beïnvloedende factoren. Na een vraag uit de zaal geeft hij aan dat het RIVM vanaf 2015 een monitor opzet op een aantal aspecten van geboortezorg, o.a.: de handhaving door de Inspectie van Volksgezondheid, de klantbeleving en de doelmatigheid.

  1. Minke Tromp, filosoof en expert in gemeenschappelijk denken nam de zaal vervolgens mee in een boeiende , interactieve en bij tijden hilarische interactie met de zaal om met elkaar het belang van

zorgvuldig communiceren te verkennen. Haar betoog was dat het in samenwerking van groot belang is de verschillende manieren van denken op elkaar af te stemmen. De kwaliteit van een gesprek is gebaseerd op het zorgvuldig en precies formuleren. Aan de hand van een vraag-en-antwoordspel toonde ze aan hoe lastig het is om daarin een rationele logica aan te houden. Vaardigheden als goed luisteren, respect voor de ander, voor je eigen standpunt staan en het effect van onderliggende emoties kwamen aan bod. Niet na te vertellen en een ervaring die verhelderde waarom duidelijk communiceren nog niet zo gemakkelijk is.

 

Workshops

In de workshops na de pauze kwamen allerlei aspecten van samenwerking op verschillende manieren aan bod; klik hier voor de presentaties 

In de workshop Persoonlijke zorg vanuit het Canisius-Wilhelminaziekenhuis (CWZ) in Nijmegen werd verteld over de patiëntrollen die men daar samen met de medewerkers en patiënten heeft beschreven als hulpmiddel om als zorgverlener beter aan te sluiten bij de patiënt. Onderscheiden worden de klassieke patiënt, de cliënt, de regisseur en de coproducent. Afhankelijk van de situatie en het moment heeft de patiënt een bepaalde rol , waar de zorgverlener op kan inspelen in de communicatie met de patiënt. De medewerkers in het CWZ zijn erin getraind om de rollen te leren herkennen en de zorg daarop af te stemmen.

In de workshop Best Practices van de ACTion werkgroep uit Assen werd een voorbeeld gegeven van het werken met de ACTion methodiek. Vervolgens is in kleine groepen geoefend met een onderdeel van de methodiek die zorgvuldig en precies communiceren vereist. Doelgroepen analyseren, hen betrekken, en daarbij samen-werken in een multidisciplinaire (multi-organisatie) samenstelling blijkt ook bij implementatie van de verbeterpunten uit de audit onontbeerlijk. Kortom de workshop gaf een inkijkje in deze mooie uitdaging van deze praktijk van alledag.

In de workshop Rondom Haarlem; een start met integrale geboortezorg vertelden Annemarijke Brienesse, verloskundige, en Paula Pernet, gynaecoloog, beiden werkzaam in Haarlem, hoe zij een jaar geleden binnen het VSV zijn gestart met het bieden van integrale geboortezorg met: intake door de 1e lijns verloskundigen, gezamenlijke bespreking van de zwangeren en 41 gezamenlijke zorgpaden. Een boeiend praktijkvoorbeeld dat inspiratie kan geven aan vele VSV’s.

In de workshop Integrale geboortezorg; het zoeken naar balans tussen samenwerking en concurrentie door Marlies Buurman, beleidsadviseur geboortezorg bij ActiZ en Wim Peters, directeur Liemerscare, werd nader ingegaan op de rol die kraamzorg kan spelen als partner binnen VSV’s en hoe zij omgaan met concurrentie tussen de organisaties terwijl er tegelijkertijd moet worden samengewerkt. Aan de hand van stellingen vond er onder andere een discussie plaats naar de bestuurlijke kant van het samenwerken in de integrale geboortezorg. Een van de aanbevelingen was het opstellen van spelregels, te denken valt aan governance, statuten, huishoudelijke reglementen om ook de harde kant van het besturen vast te leggen. Hoe om te gaan met beslissingen, beslisbevoegdheden etc. Belangrijkste boodschap: richt je aandacht en energie op het gemeenschappelijk belang, en laat de verschillen even rusten.

In de workshop over cliëntgerichte communicatie werd het onderzoek van Carien Baas gepresenteerd. Ze doet onder andere onderzoek vanuit de vraagstelling: ‘ wat kan een verloskundige verbeteren’. Dit leverde heel veel tekst op die ze geanalyseerd en gecategoriseerd heeft. Een van de aanbevelingen is dat het managen van de verwachtingen van een cliënt heel belangrijk is. De vraag is hoe kom je er achter wat de verwachtingen zijn van een zwangere. Dit werd geoefend in drietallen en daarna plenair besproken; wat zijn aandachtspunten, valkuilen en wat zijn goede vragen om te stellen. Daarna werd er ingezoomd op de informatieverstrekking aan zwangeren. Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat zwangeren meer behoefte hebben aan informatie maar wel gericht op de individuele casus; hoe kun je de juiste informatie geven.

Workshop Leefstijlgesprek
Relinde van der Stouwe leidde de workshop in en vervolgens werden verschillende gesprekken gespeeld met Renate van den Broek die als trainer-acteur de rol van de zwangere op zich nam. De uitdaging was om de zwangere te bewegen naar een gezondere leefstijl. De workshop bood voor alle deelnemers gelegenheid om te oefenen.

 

Afsluitend gaf Fleurisca Korteweg aan dat de deelnemers geanimeerd aan de veelheid aan workshops hebben deelgenomen en de organisatie / het Consortium terug kan kijken op een succesvol tweede symposium. Het derde symposium zal plaatsvinden op 6 november 2015.

Ga terug naar nieuwsoverzicht