Hoofdbehandelaarschap GGZ

26 mei 2015

Recent is het advies van de commissie Meurs verschenen: “Hoofdbehandelaarschap GGZ als noodgreep“. Minister Schippers (VWS) heeft dit advies naar de Tweede Kamer het advies gestuurd met haar eigen reactie op dit advies.

De commissie geeft aan dat zorgverzekeraars hun toevlucht nemen tot een limitatieve lijst van beroepsbeoefenaren die hoofdbehandelaar mogen zijn. De commissie noemt deze invulling van het hoofdbehandelaarschap de verkeerde oplossing. In het advies noemt de commissie het concept van de “regiebehandelaar” als het centrale aanspreekpunt voor de patiënt, diens naasten en bij de behandeling betrokken behandelaren. De regiebehandelaar zorgt er o.a. voor dat het zorgplan wordt opgesteld en dat er voldoende deskundigheid wordt betrokken bij de zorg. In tegenstelling tot de huidige hoofdbehandelaar hoeft de regiebehandelaar dus niet zelf het zorgplan vast te stellen. De taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en deskundigheidsvereisten van de regiebehandelaar moeten worden vastgelegd in een kwaliteitsstatuut. Dat statuut moet de kaders aangeven waarbinnen de zorg in de ggz wordt verleend en beschrijft de te onderscheiden verantwoordelijkheden van alle betrokken zorgverleners. Het advies van de commissie biedt tevens een aantal actiepunten voor de implementatie. 

Minister Schippers steunt de hoofdlijn van het advies en gaat in haar brief daar verder op in. 

Reactie InEen op dit rapport

Ga terug naar nieuwsoverzicht