Het recept voor e-health?

7 september 2017

Rondom e-health heerst nog steeds handelingsverlegenheid. Bij welke patiënten past het wel of niet? Kun je dat van tevoren weten?  Veel zorgverleners zijn nog op zoek naar de antwoorden op dit soort vragen.  ROS Friesland ging in gesprek met POH’s-GGZ Carien en Ingrid. Zij zetten allebei e-health in bij hun behandelingen. Wij delen graag hun ervaringen met u.

Carien
Carien werkt als POH-GGZ in een plattelandspraktijk. In april begon ze met e-health programma’s. Ze had er hoge verwachtingen van. ‘Ik ben heel enthousiast begonnen, maar merkte al snel dat het niet voor iedereen passend is. Patiënten hebben toch nog altijd een grote behoefte aan persoonlijk contact.’

Ingrid
Ingrid werkt ook als POH-GGZ in meerdere plattelandspraktijken. ´In het begin had ik er zelf wel moeite mee, maar hoe verder ik me er in verdiepte, hoe enthousiaster ik werd.´ Inmiddels werkt ze al 14 maanden met e-health programma’s. ‘Mijn enthousiasme wordt ook overgedragen aan de patiënt’.

 

Fantastisch voor psycho-educatie
E-health programma’s kunnen de ‘normale’ gesprekken niet vervangen. Daar zijn Ingrid en Carien het roerend over eens. E-health kan wel iets toevoegen. Bijvoorbeeld bij psycho-educatie. Volgens Ingrid wordt informatie via de e-health programma’s op een leuke manier overgedragen. ‘Van de gesprekken in de praktijk blijven soms maar drie woorden hangen’, de patiënt kan die informatie dan thuis nalezen in het programma. Ook kan de patiënt thuis oefeningen doen, waar ze tijdens het consult niet aan toekomen.

 

Voor de zorgverlener: Leren door te doen
Meerdere programma’s tegelijk sturen naar de patiënt kun je beter niet doen, ‘die fout heb ik in het begin ook gemaakt’ zegt Ingrid. Je  leert  door te doen. Er lijkt geen ‘recept’ te zijn voor patiënten waarbij e-health wél of juist niet een toevoeging kan zijn. ‘Ik heb patiënten van 12 tot 70 jaar die e-health gebruiken’, aldus Ingrid. Carien merkt dat bij patiënten die hoger opgeleid zijn en plezier beleven in het maken van de opdrachten er meer successen worden geboekt met e-health. Ingrid heeft juist ook een succescasus bij een vrouw met een lager opleidingsniveau. Volgens Ingrid heeft dit dus geen invloed op het succes van een e-health programma.  Ook werkte e-health onverwachts goed bij een jongere die veel om handen heeft. Hij benutte zijn telefoon om in de bus met het programma aan de slag te gaan .

 

E-health bevordert de eigen kracht van de patiënt
Beiden geven ze de patiënt mee: pik de goede dingen eruit!  E-health bevordert zelfmanagement, Het maakt een patiënt die de neiging heeft om te gaan leunen, soms juist sterker als hij zelf aan de slag kan. Sommige patiënten proberen het, maar concluderen ‘ik heb er niks mee’, dat is dan ook geen probleem. Je kunt dan gewoon stoppen met e-health en doorgaan met je eigen behandelprogramma. Bij anderen patiënten werkt het heel goed, die gaan enthousiast aan de slag en willen de programma’s soms ook na de behandelingen blijven gebruiken.

 

Tips van Carien en Ingrid
Terugkomend op de beginvraag bij welke patiënt e-health wel of niet past: daar lijkt geen recept voor te zijn. Maar Carien en Ingrid hebben duidelijke tips:

  • ‘Begin rustig aan, richt je eerst op 2 of 3 patiënten’ is Ingrid’s advies.
  • Introduceer e-health bij de patiënt tijdens een gesprek, start bij enthousiasme het programma samen op.
  • Kies een programma dat bij de patiënt, maar óók bij jou als zorgverlener past.
  • Geef de patiënt de ruimte om het programma zelf te ontdekken.
  • Laat het programma niet een verplichting zijn, maar laat de patiënt er oefeningen uit halen die hij of zij fijn vindt.
  • Blijf zelf enthousiast en check af en toe of de patiënt dat ook nog is.

 

ROS Friesland
Wilt u meer weten over het inzetten van e-health, of hulp bij het introduceren van e-health in uw praktijk? Neem dan contact met op met één van onze adviseurs.


Meer lezen over e-health:
5 tips om het e-consult effectiever in te zetten
Online programma’s gericht op zelfhulp

Ga terug naar nieuwsoverzicht